Category Archives: Weird Weekends

NEnz’s Weird Weekends: de surpriseparty

Nenzs weird weekends 11

Donut[1] Voor de 60e verjaardag van mijn schoonmoeder wilden we eens iets leuks doen. Iets met wow-factor. Zelf had ze al het plan geopperd om haar verjaardag op zondag te vieren, met de familie erbij en met lekker eten. Mijn geweldige schoonzusje, die er altijd voor in is om haar moeder (of wie dan ook) in het zonnetje te zetten, smeedde een ingewikkeld plan waarbij we het feest zouden organiseren dat haar moeder wilde hebben, maar dan stiekem op záterdag, in plaats van zondag. Aldus de verrassingsfactor. Schoonzus zou haar dan meelokken naar de stad, met een smoes over een vers verjaardagscadeau.
Dat liep allemaal toch iets anders dan gedacht, want mijn schoonmoeder – die nog bij -10 en een sneeuwstorm de stad in zou gaan om nieuwe vestjes/tassen/schoenen in te slaan (echt waar: ik kwam haar zo ooit tegen, ingepakt en met dikke UGGS aan), verklaarde nu namelijk helemaal geen zin te hebben om te gaan winkelen. Het vergde alle overredingskracht, vroeger gevolgde acteerlessen en gevoel voor drama van mijn schoonzus om haar alsnog mee te lokken naar de drukke binnenstad van Utrecht.
Ondertussen braken the boyfriend & ik in bij haar thuis om de kattenharen te verwijderen, te versieren, partyspul klaar te zetten en de gasten te ontvangen en arriveerde ook onze zwager met de verjaardagstaart (waarop – ook weer gesmeed door schoonzus – een foto prijkte van mijn schoonmoeder met ons katertje Noodles. Tot nog toe heeft niemand 'hem' durven aansnijden, maar de beeltenis van mijn schoonmoeder is allang verorberd – typisch). Dat van de gasten was nog een zenuwslopende toestand, want onze families staan niet bepaald bekend om hun stiptheid, waardoor meerdere gasten tegelijk dreigden te arriveren met het vooropgezette tijdstip waarop la schoonmama weer naar huis zou worden gelokt. Iedereen wachtte in spanning af tot de jarige zou binnenschrijden, maar waar was ze? Die stond ondertussen met een arm vol reeds te passen truitjes bij de overvolle paskamers van de Zara en weigerde meteen rechtsomkeerd te maken naar huis (en waarom zou ze ook, ze vermoedde overigens niets van de chaos die zich ondertussen bij haar thuis afspeelde).

Terwijl de gasten wachtten tot mijn schoonmoeder klaar was met winkelen, ging er boven mijn hoofd ineens een lampje branden: had het eten niet allang bezorgd moeten zijn? Jawel; drie kwartier geleden maarliefst. "Ik zou ze maar even bellen!", opperde Tante M. En dus belde ik onze cateraar du jour; Toko Mitra. Voordat ik verder in details treed, gebied ik u te vertellen dat Toko Mitra het allerlekkerste Indonesische eten van Utrecht (misschien wel van Nederland) heeft en dat mensen er al jaren in de rij gaan staan. Maar ook: dat het er typisch op z'n Indonesisch aan toe gaat. Dat wil zeggen: ze weten op een dusdanig ongestructureerde, chaotische, verwarrende en trage manier te werk te gaan, dat je voor twee keer dezelfde nasi kuning-schotel gerust een half uur moet staan wachten. Terwijl er één wachtende voor je is. En er 16 man achter de toonbank staan. En dat je vervolgens naar huis gaat met een totaal andere bestelling. Bovendien is er nog altijd geen pinautomaat (ik heb mijn vader onlangs in gedachten langzaam gesmoord nadat hij me had verteld dat je er tegenwoordig wél kunt pinnen – en dat dus niet zo bleek) en komt er dikwijls een stroom van zich uiterst langzaam voortbewegende oudjes langs die gezellig gaan staan te 'dagjesmensen'. En toch keer je er elke keer naar terug om ontbering na ontbering te doorstaan, omdat het eten er zo verrekte lekker is.
Ik had op dat moment dus al kunnen vermoeden dat er iets niet helemaal in de haak zou zijn. Und jawohl. Nadat ik Mevrouw Mitra (zo noem ik haar voor het gemak maar even) erop had gewezen dat er drie kwartier geleden al warm eten voor 25 man bezorgd had moeten zijn, hoorde ik haar paniekerig rommelen door haar papieren en diverse malen de onheilspellende woorden: "oh nee, oh nee, heb ik? Ik heb toch niet?" mompelen.

Het was dat je er bij Toko Mitra altijd op voorhand al rekening mee houdt dat er dingen mis kunnen gaan en dat mijn nieuwe pumps te erg knelden om in paniek te raken, maar desalniettemin was er even een glorieus 'oh-shit'-moment toen Mevrouw Mitra meende onze bestelling te hebben verwisseld met een andere bestelling, die diezelfde morgen was gecancelled. Ofwel: onze bestelling; warm eten voor 25 man, was gecancelled. "Maar ik kan het binnen een uur bezorgen, alleen moet ik dan wel weten wat jullie willen bestellen." Ik vertelde Mevrouw Mitra eerst even te zullen overleggen over hoe en wat en haar daarna terug te bellen. Maar voordat er actie kon worden ondernomen, bleken schoonzus & schoonmoeder nét met de auto de straat in te rijden. Snel knipten we de lichten uit en bliezen we de kaarsjes uit, waarna alle 25 gasten zich naar de linkerkant van de kamer moesten verplaatsen en wegduiken (ik rende op dat moment nog in paniek rondjes omdat ik geen plek kon vinden waar ik kon blijven en dook uiteindelijk ineen op de grond). De uitdrukking op het gezicht van mijn schoonmoeder was onbetaalbaar (en hilarisch!), want ze schrok zich werkelijk het apenzuur (en laten we wel wezen: da's toch altijd de reactie waar je op hoopt).

Terug naar de catering. Terwijl we mijn schoonzusje enigzins moesten kalmeren (deels van de paskamer-chaos bij Zara, deels vanwege het voltrokken toko-leed), kwamen we eigenlijk al vrij snel tot de conclusie dat we het niet meer aandurfden om een nieuwe poging te ondernemen met Mevrouw Mitra, vooral ook omdat het al wat laat werd en onze kleine neefjes geeuwende honger kregen. We besloten onze favoriete afhaalthai te bellen, die wel vaker redder in bittere nood is gebleken. Zij wokten er binnen een half uur 25 warme maaltijden uit, de helden. Saillant detail: net nadat we onze bestelling hadden geplaatst bij de thai, belde ineens Mevrouw Mitra op de huistelefoon (?) om te vertellen dat ze hun auto hadden volgeladen met gerechten en klaar stonden om te vertrekken. Maar ja, toen hadden we de thai al aan het werk gezet. "Jammer, maar helaas", aldus mijn boyfriend door de telefoon. En zo aten we alsnog heerlijk.

Donut[1] Trouwens; toen ik gisteren bij de Albert Heijn een zakje met 6 gele kiwi's wilde afwegen, stond er vóór mij in de rij een man die werkelijk een enórme zak gele kiwi's afwoog. Het moeten er wel 50 geweest zijn. Ik kon het uiteraard niet laten om te kijken op de stickerbon wat hij ervoor kwijt zou zijn: 13 euro. Het zal voor mij altijd een raadsel blijven wat een man met 50 gele kiwi's moet.

Love nenz

NEnz’s Weird Weekends #10

Nenzs weird weekends 10-2

Donut[1] Net als de rest van Nederland sta ik voor mijn paasboodschapjes bij de buurtsuper. Terwijl ik in de rij sta bij de kassa, wisselen de cassières de wacht. Vanaf de achterkant van de winkel komt een verse cassière aangelopen, die keihard tegen de andere cassière roept (zet Utrechts accent op): "ZO, IK HEB ME EFFE HELEMAAL VOLGEVRETEN MET PAÔSEITJES!". De blikken van mijn mede rij-zigers waren veelzeggend.

Donut[1] Nog meer paasboodschappen (ja mijn leven is vol glamour), ditmaal bij een grotere vestiging van AH, alwaar The Boyfriend en ik er een beetje snelheid in proberen te houden, want vriend D. kan elk moment voor de deur staan. Nu zou ik al een volledige dag door kunnen brengen voor het schap met jam (en ik eet nooit jam, kun je nagaan), dus dat vergt nogal wat van de mens.

Nadat wij ons met een handscanner een weg banen door een hysterisch drukke supermarkt en eenmaal bij de check-out-palen (hoe heten die dingen?!) staan om te betalen, begint dat vervloekte rode lampje bovenop de paal te knipperen. Vervolgens komt er een medewerkster aangesloft die de onheilspellende woorden spreekt: “Even een routinecontrole hoor”. Na wat te hebben gerommeld in onze boodschappenkar vraagt ze of we even mee willen lopen naar de informatiebalie (was dit een retorische vraag?), waar ze in een ter-gend langzaam tempo onze boodschappen één voor één uit de kar haalt, ze zachtjes aait met haar eigen handscanner, ze op de balie zet en ze pas aan het eind van dit uitgebreide ritueel weer even langzaam terugzet in onze boodschappenkar. In de tussentijd was ik veranderd in een plasje water. Toen ik vroeg waar deze marteling voor nodig was, zei ze: "U heeft drie verschillende soorten flessen sap in uw karretje van dezelfde prijs, maar u heeft drie keer dezelfde barcode gescand. Daar raakt ons inventariseringssysteem van in de war, want die weet dan niet dat er drie verschillende flessen sap zijn verkocht." Lieve lezers, u bent bij deze gewaarschuwd.

Donut[1]Eerste paasdag breng ik door bij mijn familie in Leiderdorp, alwaar ik samen met mijn nichtjes ga wandelen met de jongste spruit van de familie: 1-en-een-beetje-jarig neefje Q. Bij de dierenweide, waar het bol staat van de pasgeboren geitjes, proberen wij neefje Q. zijn eerste woordjes te leren. Als idioten staan we "geit, geit, geit" te scanderen, waarna neefje Q. zijn mondje opentrekt en spreekt: "aap". 
We hebben het er ook niet meer uitgekregen.

Ik hoop dat jouw (paas)weekend ook weird & wonderful was.

Love nenz

NEnz’s Weird Weekends #9

Nenzs weird weekends 9

Donut[1] Als het sneeuwt, ben ik één van de eersten die in haar wanten staat te klappen van pret. Maar zelfs ik moet toegeven dat er ook zoiets is aan overkill op het sneeuwfront. Een tripje naar de buurtsuper in je autootje wordt een dollemansrit, er is geen elegant kledingstuk meer te vinden dat je wapent tegen de kou (om over schoeisel nog maar te zwijgen – en ik vertik het om UGGS aan te schaffen – waarmee ik mezelf dan weer in 't been schiet, maar goed) en de ene verkoudheid is nog niet voorbij of je loopt alwéér rond met een snotneus en een dikke keel. Het is gewoon erg onpraktisch, die sneeuw. Ik voel me er af en toe een beetje als een rat in een val door – en ik zal niet de enige zijn.

Vorige week overleed een voor mij heel bijzondere oudtante en afgelopen vrijdag vond de begrafenis plaats, in Den Haag. Natuurlijk is zoiets als verdrietig genoeg, maar als de sneeuw dan ook nog eens met bakken uit de hemel komt en het complete Nederlandse verkeer ontregelt raakt, raakt een mens toch wel erg van de kook. Ik stond me 's ochtends met nog nat haar af te vragen of ik twee of drie paar sokken over elkaar aan moest trekken toen mijn moeder mij opbelde om te vragen of ik me wel aan de chaos op de weg wilde wagen. Er stond toen namelijk al zo'n 16 kilometer file. Nu ben ik het type dat zéér onrustig raakt van file. Als kind kon ik me niets heerlijkers voorstellen dan lekker knus op de achterbank van de auto onder een dekentje bivakkeren met een stapel Donald Ducks, maar ergens in mijn leven is er iets misgegaan (na een traumatische ervaring of twee, drie) waardoor ik niet langer kalm & sereen kan blijven als een autorit iets langer duurt dan ik gepland had. Bovendien schijn ik de reputatie te hebben te pas en te onpas een sanitaire stop te moeten maken – vooral als daar geen middelen toe geboden zijn – dus zoiets kon alleen maar uitlopen op een rampzalige rit.
En toch zei iets in mij dat ik hier gewoon bij moest zijn, dat ik dit niet wilde missen. En dus haalde ik diep adem, groef ik een oxazepammetje op, trok ik drie onderbroeken en drie paar sokken over elkaar aan en liet ik me door mijn ouders ophalen om aan onze barre wintertocht te beginnen.

Voor de dikke laag sneeuw en de glijpartijen was ik – misschien gek genoeg – niet bang. Maar toen we op een gegeven moment muur- en muurvast kwamen te staan middenop een kruising ter hoogte van de Prins Clausbrug – ironisch genoeg een kilometer voor een tankstation met wc – moest ik alweer zó nodig plassen dat de paniek toesloeg. Nu ga ik meer informatie met u delen dan me lief is, maar ik heb ooit eens een aflevering van Weeds gezien (één van mijn favo series btw) waarin hoofdpersonage Nancy (toeval?) bij de Mexicaanse grens in de file staat en zó nodig moet plassen dat ze uiteindelijk op de achterbank kruipt en haar behoefte doet in een lege koffiebeker van Starbucks. Geniaal idee! En dus stap ik – ik heb u gewaarschuwd! – tegenwoordig geen auto meer in zonder 'plasbeker'. Enfin: het was wat gehannes met al die lagen kleding en een over me heen gespannen dekentje en ik was nét klaar om al mijn gêne overboord te gooien toen we als in een gelukzalig moment tóch bij het tankstation arriveerden. Hallelujah!

Maar dat was nog niet de enige beproeving op onze route. Het was zó ontzettend druk en de wegen zo slecht begaanbaar, dat we al vreesden dat we te laat zouden komen. Middenin Den Haag raakte de tomtom van de leg – we kwamen ergens vast te zitten in de sneeuw en moesten met behulp van rubberen automatten (mijn ouders gaan altijd compleet voorbereid op pad – zo hadden ze ook een sneeuwschoffel in de achterbak liggen!) proberen om weer grip op de weg te krijgen en we konden niets meer doen: we zouden echt te laat zijn. Mijn tante belde nog dat ze de dienst een uur uit hadden kunnen stellen – omdat er meer mensen waren die last hadden van het verkeer – maar zelfs dat mocht niet baten: pas toen het laatste nummer werd gedraaid, kwamen wij binnengerend. Mijn vader was op dat moment zelfs nog rondjes aan het rijden om een parkeerplek te vinden – want alles was vol of onbegaanbaar. In totaal zijn we bijna vier uur onderweg geweest.

Gelukkig hebben we uiteindelijk nog mee kunnen lopen in de stoet en afscheid kunnen nemen bij de kist – dat was wel heel mooi in de sneeuw. En we waren er voor de familie: het belangrijkste. Na afloop van de dienst zijn we eerst maar naar het huis van één van mijn tantes meegegaan om nieuwe krachten op te bouwen met mini-risolles (Indische hapjes) en heel veel kerstthee en dat bleek maar goed ook, want op de weg was het nog steeds een chaotische toestand. Want alle opleggers van Nederland vonden het ook ineens nodig om te scharen. Whatever that may be. De terugweg verliep ondanks een file door een in de brand staande auto (ieks!) wel wat beter en de door mijn tante toegestopte plastuit zorgde voor een zekere innerlijke rust: na tweeënhalf uur was ik gelukkig weer veilig thuis alwaar ik de vloer eventjes heb gekust en tig halleluja-eske kreten heb uitgestoten omdat we wonderwel heel uit het avontuur waren gekomen. Mijn vader – de chauffeur van die dag – belde me na afloop ook nog even om zich te verontschuldigen voor die scheldkannonades in de auto: het was de chaos talking.

Voor je familie moet je wat overhebben (en dat zit ook wel snor). Maar mag ik bij deze wel een verzoek doen aan de weergoden om alvast de dooi in te zetten?

BoomboxLast Christmas – Mar Variation

NEnz’s Weird Weekends: Ssspooky Stuff

Nenzs weird weekends 8

Donut[1] Afgelopen zaterdagavond. De klok duidt 23:55 en ik ben klaar voor Halloween. Na ingehaakt te hebben op een marathon aan Halloween-afleveringen van South Park op Comedy Central zou ik het liefst nog een enge film opzetten, maar helaas: de oogleden laten het niet toe. Terwijl ik de gordijnen van de woonkamer sluit, zie ik in één van de tuinen waar ik op uitkijk ineens iets opmerkelijks. Ik roep vriendlief erbij: "Kijk, hebben die mensen nou een spook in de tuin gezet?". Hij ziet het ook: een spook met opengesperde armen en in elke hand een kaarsje of lichtje. "Tja, er zijn mensen die het vieren", zeg hij, half met een knipoog naar mij, die diezelfde ochtend nog in haar pyama een pompoen heeft staan uithollen en uitsnijden. "Misschien wonen er wel Amerikanen" zeg ik nog.

De volgende ochtend schuif ik de gordijnen weer open en neem het straatbeeld in me op. In dezelfde tuin als waar wij de enkele uren daarvoor een Halloween-spook gadesloegen, zie ik een motor staan. Met een wijd stuur, de koplampen aan weerszijden daarvan en een groot, hoog, afgerond spatscherm. Inderdaad: spookvormig, maar toch…, we zouden toch zweren dat we écht een Halloween-spook in de tuin hebben zien staan. Tot op heden hebben we het niet kunnen verklaren. Sssspooky!

Donut[1] Drie weken geleden was ik 's ochtends bezig in de badkamer, de radio aan, toen ik opeens de klanken van Tracy Chapman's 'Fast Car' hoorde. Niet een nummer dat je veel hoort (althans: ik niet) en op de één of andere manier dacht ik: "ooooh dat is dat mooie nummer", waarop ik de radio flink hard zette. Na afloop van de song vertelde de radio-dj dat Sabrina Starke het nummer had aangevraagd, omdat zij Tracy Chapman als één van haar grootste inspiratiebronnen beschouwt. Enfin: twee weken later vroegen zowel mijn moeder als mijn schoonfamilia afzonderlijk van elkaar of ik mee wilde naar een optreden van Sabrina Starke (dus ik gaf toe) in mijn geboorteplaats en weer een week later zitten we in een mooi verlichte zaal, klaar voor een voorstelling waarvan we eigenlijk niet zo goed weten wat we ervan kunnen verwachten. Als Sabrina opkomt en met de voorstelling begint, blijkt het meer dan een concert, maar een avond waarin ze laat zien hoe ze is geworden wie ze nu is en welke muziek haar heeft geïnspireerd tot het maken van de muziek die ze nu maakt. Ze speelt dus niet alleen eigen nummers, maar ook covers. En ja hoor: al mijn favoriete nummers komen voorbij. Bij Cyndi Lauper's 'True Colors' zit ik al te snotteren (ik ben ook zo'n nerd) en als ze even later ook nog een vertolking doet van – ja! – Tracy's 'Fast Car', ben ik in staat om op te springen en mijn handen richting de hemel te steken, als ware het een zondagmorgen in een gospelkerk (ik houd mij echter keurig netjes in, met de nagels in de handpalmen gedrukt).

Na afloop van het concert vertel ik mijn moeder dat ik vooral geroerd was door de vertolking van 'Fast Car', omdat ik dat om de één of andere reden zo'n mooi nummer vind. Mijn moeder kijkt me aan en zegt: "Maar weet je dat dat dan niet meer, NEnz (mijn familie noemt me ook NEnz, inclusief de hoofdletters en de – Z- , heel aandoenlijk)?". Ze vervolgt: "Ik draaide dat nummer vroeger altijd in de auto als we op vakantie naar Oostenrijk gingen. Je was toen pas twee jaar oud." Ik weet niet waar ik geschokter over moest zijn: het feit dat mijn familie vroeger altijd naar Oostenrijk op vakantie ging, of dat dit nummer waarschijnlijk ergens diep opgeslagen in mijn onderbewustzijn altijd een bepaalde betekenis voor me heeft gehad. Ik kreeg er toch een beetje kippenvel van.

Donut[1]Niet tijdens Halloween-weekend maar wel behoorlijk spooky: een week of wat geleden stond ik nietsvermoedend in de rij bij de toko toen achter me een chique geklede Surinaamse vrouw met een paksoi onder haar arm opvallend dicht tegen me aanschuurde. Toen ik het gevoel kreeg dat ik even moest checken of ik niet buiten mijn medeweten om werd aangerand, draaide ik me om en keek ik de vrouw verbaasd aan. "O ja sorry", zei ze, "maar je hebt zo'n lekker luchtje op. Ik zat even te ruiken. Heel zacht maar toch kruidig." Mijn uit Engeland geïmporeerde ruikertje vond eindelijk enthousiast publiek, hallelujah! Daar wil ik maar wat graag en plein public door een chique Surinaamse vrouw voor worden aangerand. Met een paksoi.

Donut[1] De eerste nacht met ons katertje Noodles, precies een jaar geleden, mondde uit in zó'n slopend ritueel, dat we – of liever: een zéér knorrige vriendlief – besloten om hem voortaan 's nachts in de huiskamer te laten. Dat ging ongeveer een jaar lang goed, totdat Noodles twee weken geleden besloot om 's ochtends vroeg al aan de deurpost te gaan zitten krabben, op dusdanig luide wijze dat je denkt dat ze naast je bed staan te heien (misschien dat die hoge plafonds extra galmen: who knows?). Op het tijdstip van 06:30 kun je daar nog wel mee leven, maar afgelopen week werd het steeds vroeger en vroeger tot hij in de nacht van donderdag op vrijdag om 03:30 begon met zijn ritueel. Ik heb nog steeds last van trillende oogleden die mij herinneren aan het slaaptekort.
Uiteindelijk kwamen we tot het besluit om Noodles in de nacht van vrijdag op zaterdag weer voor het eerst toe te laten in de slaapkamer. Wonderwel gedroeg hij zich heel goed: als een garnaal krulde hij zich rond ons voeteneind. Incidenteel cirkelde hij rond het bed om vervolgens zijn poot onder de deken te steken en een vlijmscherpe nagel in mijn been te jassen, maar ach, dat had ook wel weer wat Halloweenerigs. Voorlopig laten we ons eigen kleine monstertje 's nachts gewoon door het huis rondspoken. Voor zolang dat goed gaat.

BoomboxThriller – Michael Jackson

NEnz’s Weird Weekends #7

Nenzs weird weekends 7

Donut[1] Zaterdagmiddag reisden vriendlief en ik af naar Antwerpen, speciaal voor een concert dat daar die avond zou gaan plaatsvinden. Lang verhaal, maar het ging om de Amerikaanse zanger José James die daar optrad samen met de Belgische pianist Jef Neve, die met een nieuw, bijzonder project allemaal Amerikaanse standards spelen. Van het genre “When I fall in love”, “For all we know”, “Tenderly” (zakdoeken paraat dus); u kent dat wel. En dat repetoire kan onze oortjes wel bekoren. We gaan wel vaker naar Antwerpen, maar kwamen nu terecht in een wijk waar we nooit eerder waren geweest. Quelle cultuurshock!

Omdat ik na die lange rit natuurlijk weer met samengeknepen knieën en een op knappen staande blaas zat, rende ik meteen een Libanees eethuis in alwaar ik wat vreemd werd aangekeken maar wel van het toilet gebruik mocht maken. De opluchting was groot. Heb trouwens altijd al eens Libanees eten willen uitproberen, maar dat terzijde. Later vonden we als een soort fata morgana tussen de waterpijpdealers ineens een gezellig Eco-café met serveersters op Allstar-gympen. Na daar een biologische rechtsdraaiende pasta te hebben gegeten met een appel-kers Looza togen we naar de Roma; de concertzaal van die avond.

Wát een gebouw! Enig speurwerk leert mij dat deze venue uit 1982 stamt, maar het had niet misstaan in het Romeinse Rijk. Oude zuilen, barokke balkons, een imponerend ornament aan het plafond en bijzondere muurschilderingen; daar bevind je je niet elke dag tussen. Over die muurschilderingen gesproken: ik heb daar vol bewondering naar zitten kijken, niet wetende (dat leert Google mij nu) dat het een tafereel uit Ben Hur betrof. Gezien het enorme Ben Hur-trauma dat ik bezit (ik had vroeger een leraar Geschiedenis die te lui was om elke les uitleg te geven en die ons daarom tot in den treure naar Ben Hur liet kijken; iets waar ik met mijn tere kippenzieltje helemaal niet tegen kon) is het maar goed dat ik deze informatie achteraf krijg en niet ter plaatse, want dan was ik waarschijnlijk van zo’n mooi balkonnetje gesprongen.

Enfin; het is me wel wat, zo’n concert in het Belgische. Want ik heb me nog nooit in een publiek bevonden waarin zó veel alcohol genuttigd werd (en in het kielzog van theFringe heb ik menig plek bezocht die bruiste van het bier) tíjdens het concert. Om me heen zaten Belgen met enorme ‘bollekes’ gevuld met bier, er werden hele flessen wijn aangerukt en iedereen zat vrolijk met een groot glas in de handen te schaterlachen. Ik zat nog even te wachten op de eerste laars met bier die binnen zou worden gedragen, maar die bleef jammergenoeg uit.

En het optreden? Ah, dat was heel, heel mooi. Maar het imponerende gebouw, en al die dronken Belgen maakten het natuurlijk pas écht memorabel. 

Hou je ook wel van zwoel gecroon met een fijne piano erbij? Check de Myspace-page van José James.

BoomboxGee baby ain't I good to you – José James & Jef Neve

NEnz’s Weird Weekends #6

Nenzs_weird_weekends_6_2

Donut1
Terwijl ik nietsvermoedend een broodje afrekende bij V&D, zei het meisje achter de kassa ineens tegen me: "Leuke stijl". Ik, niet bepaald het licht van de familie antwoordde met: "Stijl?". Waarop ze zei: "Ja, je hebt een leuke stijl. Je ziet er leuk uit." Nu weet ik niet hoe dat met u zit, maar ik ontvang niet elke dag complimenten van vreemden. En al helemaal niet zulke bijzondere! Ik heb de rest van de dag lopen glimmen als een gloeiworm. Goed voornemen: ook vaker (gemeende) complimenten geven aan vreemden. Geheel volgens de principes van Operation Beautiful.

Donut1 Mijn kattenmoederhart huilde toen Noodles afgelopen vrijdag voor het eerst met ons naar de dierenarts moest. Voor het onschadelijk maken van zijn ‘home entertainment system’ (jeweetwel) en tevens voor het plaatsen van een chip in zijn vachtje, zodat hij, mocht hij op een onbewaakt moment besluiten via het slaapkamerraam de wijde wereld in te trekken, altijd weer bij ons terugbezorgd kan worden. Zoals gezegd had ik met die arme troetel te doen, maar had ik ondertussen ook al visioenen van een McSteamy-achtige dierenarts die mij na afloop met fonkelende ogen zou vertellen hoe lief & braaf Noodles wel niet geweest was, wat een mooie kat het wel niet is en dat wij – zijn baasjes – het voorbeeldige kattenouderduo zijn. Helaas niets van dit alles. De dierenartsassistente trok een vies gezicht en sprak: "Noodles is niet zo lief geweest hoor!". Waarop zij een huiveringwekkend verhaal uit de doeken deed van hoe gemeen onze kater tegen de dierenarts had geblazen, dat hij zich niet liet pakken voor een prik en door de hele operatieruimte rondrende en dat hij na afloop niet rustig in een ruime kooi mocht uitslapen tussen zijn brave collega-katten, maar dat hij ín een kooi ín die kooi moest worden gestopt omdat ze bang van hem waren geworden. Als toppunt had meneer ook nog eens zijn hele handdoekje ondergeplast. Niet alleen Noodles vertrok met zijn staart tussen de benen; ook wij. Ik vrees dat deelname aan een kattenconcours er met hem niet inzit.

Donut1

Heeft u dat nou ook weleens; dat u in een bui van ‘zen & zalig’ tegen uzelf zegt: "ik heb deze Fafi-schoenen niet nodig, ik heb genoeg schoenen". Wel, die bui had ik onlangs, maar die was van korte duur. Want: in de stad en ze lonkten naar me als discobollen in wit hemellicht. Enfin; aangepast, met alle kracht die ik in me had níet gekocht en vervolgens twee dagen lang op mijn nagelriemen lopen bijten van de afkickverschijnselen. Ik verzin dit niet. Op een gegeven moment was vriendlief zó klaar met zijn klappertandende Shopaholic dat hij hysterisch: "Koop ze nou, IN GODSNAAM!" tegen me gilde. Tja, toen heb ik ze maar via internet besteld. Lovers’s orders.

Boombox

Don’t Play That Song – Aretha Franklin

NEnz’s Weird Weekends #5

Nenzs_weird_weekends_5

Donut1 Winkelcentrum. Middaguur. Erg gladde stoepen. Ook al ben ik op mijn hoede; toch glijd ik bijna uit ter hoogte van de Zeeman. Terwijl ik mijn evenwicht herstel, giechel ik naar een toevallige passant die daarop roept: "Niet uitglijden hè! Dat zou zonde zijn. Mooi rood (!!!) haar." VOOR HET EERST. IN EEN MAAND TIJD. DAT IEMAND. ZIET. DAT IK MIJN HAAR ROOD HEB GEVERFD! Hoeraaaaaaaa! (ter illustratie: broerlief, vaders, oma hebben er allemaal nietssss over gezegd  – ik hoop dat ze zich ernstig zullen schamen als ze dit lezen)

Donut1
Vond ik het al knap irritant dat ik de Center Parcs-post van de vorige bewoner van mijn casa tot in den treure blijf ontvangen (vriendlief bindt weleens al ons oud papier samen met zo’n mailing, om ‘m zwaar ondergefrankeerd retour te sturen, terwijl hij "dat zal ze leren" lispelt); er is een nieuw dieptepunt bereikt in de posterijen in huize NEnz. Want toen ik een verpakking openklauwde waarop in grote schreeuwletters stond dat ik een camera had gewonnen, openbaarde zich aan mij de wereld der, zoals men dat noemt, ‘vieze boekjes’. Notabene met klantnummer erop (conclusie: de vorige bewoner van MIJN huis heeft de krochten van die wereld weleens eerder bezocht). Ik zal jullie het grootste leed besparen maar ik zeg: bejaarden. Ik zeg: "Drive THIS Miss Daisy". Ik zeg: horror. Overigens heb ik grote bewondering voor de tekstschrijvers die deze teksten moeten maken want de creativiteit spatte ervanaf. Hilarisch.

Donut1En dan hadden we natuurlijk nog Van Billenstein-gate (over luid seksende buren), die afgelopen weekend een staartje kreeg doordat we de beoogde suspects uit deze zaak meenden te hebben ontdekt. Dat was al een hele happening op zich, maar toen vriendlief luidkeels seksgeluiden na begon te doen in een poging ze terug te pakken, was ik toe aan de Oxazepam. Lees er hier meer over. Overigens passeerden we elkaar afgelopen weekend weer in het trappenhuis, maar Fokke & Sukke gaven geen kick. Toch jammer. Ik was namelijk wel in voor een klein relletje.

Boombox


That’s not my name – The Ting Tings

NEnz’s Weird Holidays

Nenzs_weird_weekends_4

Donut1
Mon petit chat Noodles heeft het de gehele kerstavond weten uit te zingen zónder zich a) op het kerstdiner te werpen b) opa hetzij oma aan te vallen c) middenin de kamer een haarbal uit te werpen en daarmee de eetlust te verpesten en d) de volledig opgetuigde kerstboom om te gooien. Hallelujah! Echter, na de holidayze vond hij het genoeg met de zen-mentaliteit en besloot hij veelvuldig ín, en daarmee bedoel ik echt ín de kerstboom te klimmen, daarmee alle naalden, kerstornamenten en levenslust uit de boom zwiepend. En zie er dan maar eens met dreigende pedagogisch verantwoorde houding bij te komen om hem bij zijn kladden uit de boom te trekken. Nieuwe tactiek: er zo weinig mogelijk aandacht aan besteden, dan vindt poezebeest ’t vanzelf niet interessant meer en gaat hij met ander, wél verantwoord speelgoed aan de gang. Zijn geweldige glitterkerstsok bijvoorbeeld.

Donut1Om Bea onbedoeld bij te vallen: normaliter vallen je slechts boze blikken ten deel van overige boodschappendoeners bij de buurtsuper, maar zodra de kerstklokjes luiden, lijkt iedereen ineens zin te hebben in een gezellig praatje. Zo werden wij getrakteerd op het verhaal van een stokoude dame bij de Dirk, die losbrandde over (in die bewuste volgorde) het weer, de skivakantie met haar zoon, het leed dat mobiele telefoons heet, het overlijden van haar man, de prijs van toiletpapier en vervolgens de kleur van mijn jas. Ze liet ons bijna niet meer los.

Donut1

Ook weird: het was dit jaar voor het eerst dat ik iedereen uitnodigde om Kerstmis in Casa NEnz te vieren. Alleen de voorpret was al fan-tas-ties, en in oktober ben ik al begonnen met het maken van kerstversiersels voor het huis. Jawel: ik, doe-ut-zelven. Er hing een zelfgefabriekte pompomkrans aan de deur (met paarse uil in het midden!), blauwe sterren van vilt aan de keukenkastjes, een gecustomizede adventkalender (die halverwege de maand december al uit elkaar viel; maar dat terzijde) aan de Chinese kast, baboesjka’s uit Düsseldorf op het dressoir een etagière op tafel vol met pompoms, kerstornamenten,  -koekjes en -chocolaatjes, en aan de pakjes: kleine baboesjka-giftags die ik uit de computer toverde. Het moet niet gekker worden… !

Donut1

Het is bijna een jaarlijks terugkerend ritueel geworden: na de kerstdagen even langs bij Accessorize om de salerekken te plunderen. Nu was ik van de week niet de enige die dat idee had, met tot gevolg dat ik in een zéér druk, zéér onhandig ingedeeld winkeltje bil aan bil stond met allerlei andere gillende meisjes. Ik had een scala aan spulletjes in mijn klauwen om uit te proberen zodra ik een vrije spiegel zou zien terwijl ik ondertussen mijn best moest doen om geen ogen uit te steken met mijn ellebogen en mijn winkeltasjes niet te verliezen. Na een snelle passessie rekende ik vrolijk af en groette ik de drukke winkelmeisjes. Pas toen ik even later in een andere winkel stond en mijn portemonnee wilde pakken, zag ik tot mijn grote schrik dat ik onverhoeds een onvervalste Winona Ryder had gedaan: in mijn rechterhand, onder mijn Ladurée-boodschappentasje geklemd, hield ik namelijk nog steeds een set oorwarmers van Accessorize vast. Oh My God! Met het schaamrood op de kaken haastte ik me terug naar de winkel om mijn per ongeluk gestolen waar onder heel veel excuses terug te geven aan het winkelmeisje, dat niet eens grote ogen opzette maar alleen uitbracht: "Oh, echt? Haha, maakt niet uit!". Goddank hoef ik Oudjaarsavond dus niet in streepjespyjama door te brengen.

Boombox_3

Fields of Gold – Eva Cassidy (cover)

NEnz’s Weird Weekends #3

Photobucket

Photobucket Denk je ook eens leuk naar Rotterdam af te reizen om samen met Pruh Japans te gaan eten; word je op nog geen meter van het station af verrast door een enorme windhoos, waarna er een enorme berg zand – God weet waar die vandaan kwam – opstijgt en met windkracht tien in je zorgvuldig gestylede haardos wordt gesmeten. Zoals Pruh uitriep nadat we vijf volle minuten stokstijf hadden stilgestaan met monden & ogen gesloten, toen wegrenden naar de dichtsbijzijndste passage om te schuilen en zandkorrels uit stonden te spugen: "Het leek wel alsof we gezandstraald werden!". Het zand zat zelfs in de zakjes van mijn roze rokje, dames en heren.

PhotobucketVerder ook weer eens mee op tournee met theFringe; ditmaal naar festival Mystery Land (geloof me: als ik de documentaire die dit weekend werd uitgezonden – vol met strak hakkende Party Animals – éérder had gezien, was ik waarschijnlijk afgeschrokken) dat voor de gelegenheid in het Haarlemmermeerse Bos wordt gehouden. Best leuk, zo’n pittoreske plek, want zo zie je ook weer eens een koe (of, in dit geval: zesduizend koeien). Niks geen V.I.P.-gedoe met blauwe M&M’s, privéchauffeurs en een eigen trailer trouwens, want vriendlief was vergeten een artiesten-parkeerplek te regelen, waardoor we naar de bezoekersparkeerplaats moeten. Als in: een enorm weiland waar één verstrooide verkeersregelaar staat, en vanwaar het nog zo’n 50 minuten lopen is naar de dichtstbijzijndste ingang. Onderweg daarnaartoe onstadse taferelen gadegeslagen als ponyclubs in volle gang, buurtbewoners die en masse kraampjes hadden opgezet; vastebesloten om een miljoenenhandel te starten met de doorverkoop van insgeslagen frisdrank van de Aldi en een meterslang spoor van volle flesjes Vitamin Water (nee, ik weet ook niet waarom). Daar eenmaal aangekomen eerst de grond gekust, toen de baliemedewerkster hoopvol aangekeken, die ons vertelde dat we voor de artiesteningang toch echt naar ingang Zuid moesten lopen, en niet bij Oost terecht konden – waar we op dat moment stonden. Veertig minuten later kenden we het Haarlemmermeerse bos van binnen en van buiten en kwamen we goddank onderweg een ander deel van de band tegen –  wél in zo’n privébusje – die ons oppikten en meevoeren naar één of andere vage zij-ingang. Nog een woeste M.E.-agente ervan moeten overtuigen dat we geen bommen en granaten bij ons hadden en toen bevonden we ons aan de poorten van Mystery Land. Hè hè!

PhotobucketOverigens waren we daarmee nog niet bínnen: toen de organisatie erachterkwam dat er aan onze polsjes geen glitterende groene plastic bandjes prijkten, brak de paniek uit, waarna het bevel viel te moeten wachten op een zeker persoon met bandjes voor ons. Op dat moment stopte er voor onze vermoeide neusjes een ander privébusje waaruit niemand minder dan Steve Aoki stapte (DJ, producer en de broer van topmodel Devon Aoki, ofwel: God); zijn lange haren dansend in de Hollandse polderwind. Of we even met hem mee wilden lopen…. Ik wisselde ondertussen betekenisvolle blikken uit met vriendin R. (die moesten zeggen: "Steve Aoki! We lopen hier met Steve Aoki!"). Maar helaas mocht ons Steve Aoki-moment niet langer duren dan twee minuten: toen ons werd bevolen weer met iemand ánders mee te lopen, aangezien wij nog altijd illegaal en bandjesloos waren. Snif.

PhotobucketNog meer weirds dit weekend viel vooral plaats in de Little Sexmachine-tent, alwaar het feestgedruis zich voltrok en backstage; waar zich een zonnig, klein, bijna volkstuinachtig tafereeltje openbaarde van een picknicktafel vol Sultana’s en blikken bier, waarboven blauwe papegaaien op stokken hingen en waaraan ontwerper Bas Kosters, Dj Wannabeastar, een handvol paaldanseressen en de boys van Guerilla Speakerz (bijgestaan door de altijd lovely Dees) plaksnorren aan het opplakken waren; als een ode aan het jubileum van Joost van Bellen; godfather van de Amsterdamse clubscene. Toen die paaldanseressen tijdens de set van theFringe ineens werden opgetrommeld door Wannabeastar (volgens vriendlief met de legendarische woorden: "Waar zijn die geile wijven nou weer?!") en tegen een paar plastic, met lampjes versierde palmbomen aan begonnen te schuren, was de gekte compleet.

Needless to say ben ik bij thuiskomst direct op mijn Fatboy in slaap gevallen…

Photobucket Hardt – theFringe

NEnz’s Weird Weekends #2

Photobucket

Wat er zoal gebeurt in de weirde weekends van NEnz:

PhotobucketDrie nachten op rij op het opmerkelijke tijdstip van 04:30 gewekt worden door het gehuil van een hond, terwijl we nooit eerder een hond hebben gezien in ons appartementencomplex. Uiteindelijk trekt vriendlief de Allstars onder zijn pyjamabroek aan om op de galerij te gaan polsen waar de jankende hond vandaan komt. Ik doe onderwijl een hysterische poging om weer in slaapstemming te komen door een wolk lavendelspray boven mijn bedhelft te spuiten en zen-achtige gedachten op te roepen.
Even later komt vriendlief terug met het bericht dat het hondengejank uit de slaapkamer van onze directe buren komt, alwaar hij ze door een open raam tegen de hond hoort praten dat ‘ie stil moet zijn.
Conclusie: onze buren hebben tegenwoordig een hond. En wij hebben niet langer onze nachtrust. We lopen nu al drie dagen rond als zombies die zo nu en dan hevig geïrriteerd zijn om niets. Gezellig!

PhotobucketEn is het geen huilende hond, dan is het wel de aanwezigheid van een hinderlijk rondzoemende mug.
Vriendlief – al drie nachten bestolen van zijn nachtrust en dus op oorlogspad – bleek ineens over het doorzettingsvermogen van een zelfmoordterrorist te beschikken en gilde hysterisch geen oog dicht te zullen doen voordat hij de bewuste mug te pakken zou hebben.
Terwijl ik af en aan in slaap dommelde en weer wakker schrok (wegens slaaptekort was ik op dat moment in de stemming van: “knock yourself out,stekende mug”), was vriend op strooptocht, tot hij er na een uur achterkwam dat zijn prooi tegen het plafond zat, dat zich op de praktische hoogte van ongeveer vijf meter boven ons bed bevindt (en nee; ik kan me ook niet meer herinneren waarom we met alle geweld deze woning wilden).
Tijdens mijn poging om dit rampscenario hardnekkig te negeren door mijn neus nog wat dieper in mijn Bas Kosters-kussentje te drukken, hoorde ik vriendlief woest heen en weer benen door het huis, vervolgens het geluid van een ladder die werd uitgeklapt en het geritsel van plakband.
Toen ik besloot toch maar even te checken of het wel goed ging c.q. of ik misschien wat beeldmateriaal moest verzamelen, zag ik vriendlief op de drie meter hoge ladder staan met in zijn rechterhand de onorthodoxe constructie van een plumeau waaraan een Swiffer-bezem bevestigd was met plakband. Ik kreeg de slappe lach, hij gilde nog iets van: “Dit komt toch niet op je blog hè?!” en twee seconden later was de bewuste mug geplet met de onderkant van de Swiffer.
Tja, er zijn conventionelere manieren om een mug te doden.

PhotobucketTer navolging van de dode groene vliegjes op het aanrecht uit NEnz Weird Weekends #1, op zondagochtend tot de ontdekking komen dat op de grond, bij de pui van ons Franse balkon, liggen: 2 dode motten, vijf dode muggen, vier minuscule dode witte wezentjes die ik nog nooit van mijn leven gezien heb, 1 nog half levende langpootmug en zeven dode groene vliegjes. Als toetje zit er ook nog een levende mug in de vitrage. We hebben géén idee hoe ze aan hun einde zijn gekomen en waarom allemaal op die plek. Maar hee: dat scheelt weer scenario’s zoals hierboven beschreven.

PhotobucketHoe ik mijn zondagavond heb doorgebracht? Wel, al Zumbaënd (als in: de kunst van de danssport ‘Zumba’ pogen uit te beelden), middenin een druk restaurant, waarom? Laten we zeggen dat de schaamte omtrent mijn publieke vernedering pas later intrad, vandaar.

En hoe was uw weekend?