Senti

Er zijn van die momenten in je leven die bestempeld worden als mijlpalen en waarop je moeder ineens heel sentimenteel gaat worden en taartjes in huis gaat halen. Goed, he-le-maal mijn idee, dat van die taartjes, maar zelf dringt het vaak toch nog niet echt tot je door what the hell’s happening.
Zo begon iedereen in mijn omgeving de afgelopen dagen hysterisch te juigen en te gillen als ik zei dat ik afgestudeerd was en te zeggen dat ik vast heel blij moest zijn nu. Ik stond daar dan met grote ogen naast en kermde iets uit in de trant van: “Uuuh… ja?”
Wel, blij was ik natuurlijk wel, maar ook een beetje bezorgd om het grote zwarte gat dat dreigde te moeten vermijden. En was ik wel echt klaar voor een baan? Had ik wel genoeg skills vergaard tijdens mijn schoolcarrière? En vond ik het eigenlijk wel leuk om helemaal klaar te zijn met school?
Maar gisteren, lieve lezers, was toch wel een erg fijn dagje. Ik zou namelijk mijn diploma in ontvangst gaan nemen, samen met vriendinnetjes I. en T.

Ik keek er naar uit, had van de week nog een mooi donkerpaars velours jasje gekocht om van mijn bruiloftsensemble een afstudeerensemble te maken, had iedereen uitgenodigd en alvast een seat gereserveerd in mijn favoriete restaurant LE:EN. Totdat ik dinsdagavond nietsvermoedend mijn mailtjes zat te lezen en T. in een berichtje vertelde toch wel erg zenuwachtig te zijn, gezien het feit dat onze pasfoto’s uit jaar 1 op een megagroot scherm vertoond zouden worden. En op dat moment leek de wereld in één keer aan mij voorbij te trekken. Ik hapte naar adem. De-foto-uit-jaar-een. Mijn god. Laat mij even kort beschrijven hoe mijn foto uit jaar één eruitziet: ik zie er daarop uit als een man. I rest my case.

Daarom zat ik gisteren, op de dag zelf, met knikkende, in panty gehulde knietjes in de auto, op weg naar mijn diploma-uitreiking. Omdat de kans dat je in Amsterdam een lege parkeerplek vindt zonder daar P.C. Hooftstraatbedragen voor te moeten betalen natuurlijk net zo nihil is als de kans dat Connie B. haar botoxnaalden voorgoed weglegt, besloten we de auto in de Arena te parkeren en vervolgens met de metro verder te reizen. En hoewel wij vantevoren een waterdicht tijdsschema hadden opgesteld, arriveerden wij in de Arena met nog maar tien minuten om op Amstel Station te komen. Waah! Goddank ging het allemaal toch nog vrij soepeltjes (al had ik klamme oksels in mijn nieuwe jasje), waardoor ik om vijf minuten over half vier het Auditorium binnenstrompelde (want: weinig comfortabele heels aan) alwaar mijn vriendinnen op mij wachtten. Sweeties S., M. en andere T. waren ook meegekomen om ons toe te juichen. De lieverds!
Ik kon enigzins relaxen in de fijne Auditorium-stoelen (al moest ik wel ontzettend nodig plassen en probeerde ik het gat dat ik in mijn panty had gesignaleerd angstvallig te verbergen. Bovendien was mijn mentrix naast me komen zitten en bleef ze commentaar leveren op alle spel- en stijlfouten in de presentatie) en hoorde het praatje van de sprekers aan, totdat opeens mijn nachtmerrie-foto op het scherm verscheen. “Ja mensen, zo gaat het er vanmiddag aan toe: we laten hele oude foto’s zien van de afgestudeerden, hahaha!” en naast mijn verschrikkelijke foto stond de tekst: ‘en nu even lachen’. Ik dacht dat ik doodging.

Vervolgens bleek ik, aangezien altijd alles op school in alfabetische volgorde gebeurt, de eerste afgestudeerde van die dag te zijn en bleef mijn foto nog even een paar minuten (die een paar weken leken) staan en werd er iets gezegd over mijn karakter (en het is altijd heel fijn om ambitieus genoemd te worden) en over mijn schoolloopbaan. Oh en had ik al gezegd dat de directeur mijn scriptieonderwerp speciaal nog even noemde als zijnde een actueel probleem?
En zo gebeurde ik dat ik, ondanks het beschamende foto-moment toch vol trots de zaal uitliep. En daar met mijn vriendinnen, vriendje, broertje en ouders een feestje vierde.
Daarna natuurlijk naar LE:EN waar de okra’s, sushi met avocado en komkommer en de Cambodjaanse rosbiefsalade weer als vanouds smaakten. God wat is dat eten daar toch heerlijk. Beetje jammer alleen dat de serveerder een heel bakje Pekingeend-saus over mijn moeders nieuwe broek gooide. Maar goed, gelukkig bestaan er stomerijen.

En nu zit ik hier te typen, met mijn verse diploma naast me. En opeens begrijp ik waar dat sentiment vandaankomt. Kom maar op met die taartjes…

18 Comments

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *